Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren

Wat valt op aan de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren?


Barbara Werdmuller, content designer, Informaat

Auteur

Barbara Werdmuller

Geplaatst

07 maart 2023

Leestijd

4 minuten


Met Rutte-IV hebben we (Hoera! Hoera!) een Staatssecretaris voor Digitalisering, Alexandra van Huffelen. Begin november 2022 deelde zij met de Tweede Kamer haar eerste werkagenda, met daarin concrete doelen en acties voor de komende paar jaar. Wat zijn haar plannen en welke raken ons werk als ontwerpers in het digitale domein? En wat valt verder op aan de agenda?

Dit is deel 3 in een reeks artikelen over de Masterclass Netpolitiek 2022.

Overheid wil regie pakken

De Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren is een praktische uitwerking van het kabinetsbeleid voor digitalisering. Kort gezegd, de overheid wil meer de regie pakken en normerend optreden om steviger grip te krijgen op de digitale transitie. Centraal daarbij staan de mens, samenleving en publieke waarden. Het einddoel is ‘een veilige, kansrijke en inclusieve digitale samenleving’. De eerste werkagenda is toegespitst op de thema's 'digitaal fundament' en 'digitale overheid' en bestaat uit vijf programmalijnen met concrete doelen en acties. Ik licht hieronder uit wat m.i. relevant is voor ontwerpers.

1. Meedoen in het digitale tijdperk

De digitale dienstverlening moet voor iedereen toegankelijk zijn. De overheid wil daarom investeren in digitale vaardigheden van burgers en de verspreiding van online desinformatie tegengaan. Een ander speerpunt raakt direct ons werk: het ontwikkelen van een ‘toegankelijke, hoogwaardige en proactieve dienstverlening’. Burgers moeten altijd zelf de gewenste vorm van dienstverlening kunnen kiezen: ‘click’, ‘call’ of ‘face’. Diensten moeten meer vanuit levensgebeurtenissen en proactiever worden aangeboden - nu moet de burger vaak zelf het initiatief nemen. En burgers die niet of minder digivaardig zijn moeten bij alle digitale dienstverlening zich kunnen laten vertegenwoordigen.

2. Vertrouwen in de digitale samenleving

Iedereen moet zich met vertrouwen in de online wereld kunnen begeven. De overheid wil dit borgen door o.a. investeringen in privacybescherming, cybersecurity en betere anticipatie op nieuwe technologie, maar ook door publieke waarden beter te beschermen. Zo komt er een verplicht keurmerk ‘publieke waarden en technologie’, dat alle publieke organisaties moeten gebruiken bij aanbestedingen. De overheid gaat structureel ‘human rights impact assessments’ toepassen bij de ontwikkeling van nieuwe technologie. Verder worden er publieke en veilige alternatieven voor online platformen en diensten ontwikkeld: zogenoemde ‘pubhubs’.

3. Regie op het digitale leven

Alle burgers moeten regie kunnen voeren op hun eigen gegevens bij de overheid: gegevens inzien, ophalen, waar nodig laten corrigeren en bepalen met wie ze gedeeld worden. De overheid gaat hiervoor o.a. persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) en digitaal overzichten met verplichtingen en schulden ontwikkelen. Ook moet het makkelijker, betrouwbaarder en privacy-vriendelijker worden om digitaal zaken te doen met de overheid. Een hoogwaardig digitaal identiteitsstelsel moet dit mogelijk gaan maken. Centraal daarin staat de ID-wallet: een publieke, open source wallet waarin iedere Nederlander zijn/haar ID’s, diploma’s, verzekeringsgegevens etc. kan vinden. Als laatste staat regulering van algoritmes op de agenda. De overheid moet kunnen uitleggen waarom en hoe algoritmes worden ingezet. Er komt een publiek algoritmeregister en een algoritmetoezichthouder.

4. Een sterke digitale overheid

Voor een waardengedreven en open digitale overheid moet de overheid ook zelf haar zaakjes op orde hebben. Prioriteiten zijn het verbeteren van de informatiehuishouding voor de openbaarheid van bestuur en van de gegevenshuishouding (omgang met data) voor burgers en bedrijven. Ook wil de overheid de eigen ICT-organisatie en -systemen versterken.

Enkele kritische vragen

In de bijeenkomsten van de Masterclass Netpolitiek wordt deze werkagenda vaak aangehaald omdat het inmiddels een belangrijk beleidsstuk is. Deelnemers en sprekers, van wie sommigen met de staatssecretaris samenwerken, prijzen haar ambitie. Maar er is ook kritiek: de werkagenda is moeilijk leesbaar en erg ambtelijk, terwijl digitalisering juist zo’n groot maatschappelijk thema is. Een scan van de werkagenda riep bij mij een aantal vragen op.

Is de onderbouwing van de werkagenda duidelijk?

In de agenda ligt de focus op prioriteiten, doelstellingen, acties en beoogde resultaten. Het vertrekpunt is de borging van publieke waarden. In de introductie van de agenda worden de volgende publieke waarden in een zin kort benoemd, zonder verdere toelichting, zoals veiligheid, democratie, zelfbeschikking, non-discriminatie, participatie, privacy en inclusiviteit.

Kennelijk gaat de overheid ervan uit dat alle lezers de achtergrond van deze waarden begrijpen en deze waarden ook delen/erkennen. Maar klopt dat uitgangspunt? Is het niet te abstract? Begrijpen alle lezers bijvoorbeeld wat ‘zelfbeschikking’ is? Verstaan burgers en overheid hetzelfde onder waarden als veiligheid, democratie of participatie? En kunnen lokale overheden de waarden op deze manier als richtlijn gebruiken voor hun dienstverlening? Met andere woorden: is de onderbouwing van de werkagenda duidelijk genoeg?

Hoe inclusief is deze werkagenda?

De agenda lijkt vooral door ambtenaren voor ambtenaren te zijn opgesteld. Je leest niets over de totstandkoming ervan. Wie waren erbij betrokken? En als je kijkt naar de actiehouders zie je bijna alleen maar de namen van departementen of uitvoeringsorganisaties staan. Dat is opvallend, want op veel terreinen zijn maatschappelijke organisaties of koepelorganisaties actief. Zij zouden een goede bijdrage kunnen leveren, variërend van meedenken, richtlijnen opstellen, monitoren, evalueren tot meenemen van hun achterban.

Een aantal concrete voorbeelden:

  • Een breed maatschappelijk debat organiseren over normen en online gedrag online (Waag, Bits of Freedom).
  • Structureel ‘human rights impact assessments’ uitvoeren (Amnesty International, Bits of Freedom, Racism and Technology Center).
  • Digitaal overzicht van schulden ontwikkelen (Consumentenbond, NIBUD).
  • Digitale dienstverlening verbeteren (Dutch Design Agencies of belangenorganisaties van mensen met beperkingen).

Sociale digitale standaard Neem je met deze werkagenda kortom de samenleving voldoende mee of wordt het - met alle goede bedoelingen - toch vooral een overheidsfeestje? Het goede nieuws is dat in geval van de ID-wallet burgers, belangenbehartigers, wetenschappers en bedrijven wél uitgenodigd worden mee te denken - hoewel er nog steeds kritische geluiden zijn over de aandacht voor bescherming van de vrije keuze en privacy. Hiernaast ontwikkelde Branchevereniging Dutch Design Agencies met de Stichting Digitaal Burgerschap Nederland een Sociale Digitale Standaard met normen voor waardengedreven digitale dienstverlening.

Ondanks of misschien juist vanwege deze kritische vragen kan ik de werkagenda van harte aanraden. Veel plannen raken direct digitaal ontwerpwerk voor de (semi?-)overheid en projecten waaraan Informaat-collega’s meewerk(t)en. Denk aan IRMA, verbetering van dienstverlening van de Belastingdienst en het programma Open Op Orde bij RWS. Door de focus op publieke waarden is er ook een hele sterke relatie met ons perspectief op True Experience.



Overheid

Digitale strategie